W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Vissen
 

De vliegende vissen

Orde : Beloniformes - familie : Exocoetidae - geslacht : Verschillende en soort: Verschillende. Vliegende vissen behoren tot de orde Beloniformes, waartoe ook makreelgepen, geepvissen en halfbekken behoren.
Hoewel de vliegende vis zichzelf uit het water de lucht in kan lanceren om aan gevaar te ontsnappen, ziet hij er onder water nagenoeg hetzelfde uit als andere, aan de oppervlakte verblijvende, vissen. Met zijn speciaal aangepaste vinnen kan hij echter sierlijk over de zee zweven, buiten het bereik van zeeroofdieren. Met een beetje hulp van de wind en zijn krachtige staart kan deze vis wel tweehonderd meter 'vliegen'.
De vliegende vis brengt bijna zijn hele leven door aan de oppervlakte van de oceaan, meestal in de bovenste twee meter van het water. Hierdoor is het overvloedige voedsel dat daar zweeft direct binnen zijn bereik, maar het maakt hem ook kwetsbaar voor roofvijanden, zowel van boven als van onderuit. De kleuring van zijn schubben vormt echter een perfecte camouflage. Zijn rug heeft een diep zilverblauwe kleur die van bovenaf gezien goed opgaat in de omringende oceaan, en zijn buik heeft een lichte, zilveren kleur waardoor hij van onderaf vrijwel niet te zien is tegen het heldere oppervlak van de zee. Om zich nog eens extra tegen roofvijanden te beschermen, zwemmen vliegende vissen vaak in grote scholen.
Vliegende vissen zijn aangepast aan het zoeken naar eten vlak onder het oceaanoppervlak. Ze hebben een kleine, opwaarts gerichte bek, grote ogen en een afgeplatte kop zodat ze gemakkelijk plankton en larven kunnen lokaliseren en consumeren die op of vlak onder het wateroppervlak zweven. Veel vliegende vissen zwemmen 's nachts dichter naar de kust en naar inhammen om zich te voeden. Ze kiezen positie vlak onder het wateroppervlak, zetten het achterste deel van hun bek open en zuigen letterlijk dingen naar binnen. Dit wordt in de mond geselecteerd en de vis ontdoet zich van alles wat oneetbaar is.
's Zomers verzamelen zich scholen vliegende vissen rond drijvend wier en afval om kuit te schieten. Het vrouwtje geeft onder het wateroppervlak grote aantallen eitjes af, die door het mannetje worden bevrucht. Deze eitjes zijn zwaarder dan zeewater en zouden zinken, waardoor de jonge vissen zouden sterven. De eitjes van deze vissen hebben echter lange, plakkerige draden die aan planten en drijvend materiaal vastkleven, wat hen in het warmere oppervlaktewater houdt. Net uitgekomen vliegende vissen zijn weerloos en kunnen pas vliegen als ze volwassen zijn.
Als een vliegende vis een bedreigend roofdier zoals een tonijn of marlijn in de buurt waarneemt, ontsnapt hij naar de meest veilige plek : de lucht. Door zich uit het water te werpen, verdwijnt hij letterlijk uit het zicht van zijn belager.


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer